WONEN IN ITALIË – Het dak
Ik moet een nieuw dak. Niet dat ik lekkage heb of dat mn dak op instorten staat. Maar mijn dak is niet geïsoleerd. Dat heeft tot gevolg dat mijn slaapkamer in de winter ijskoud is en ik op de warmere logeerkamer moet slapen. Daar zit namelijk een plafond en een zolder tussen de kamer en het dak in.
Dus offertes aanvragen. Maar van wie? Buurman Valter komt meteen met een goede kennis op de proppen die ook zijn dak heeft vernieuwd. Het liefst zou ik hem meteen de opdracht hebben gegeven. Maar voor de vorm en om mezelf het idee te geven dat ik het verstandig aanpak, vraag ik ook nog offertes van twee andere bedrijven aan. De prijzen komen bij alle drie op hetzelfde bedrag neer. Alleen wil de ene m'n hele slaapkamer openbreken en de ander is me te vaag.
Het wordt dus toch de vriend van Valter, Luigi Bertola, met zijn uitvoerige offerte en zijn kastanjehout. "Het is het beste hout dat er is, het gaat honderd jaar mee". Maar ik hoef helemaal geen hout dat honderd jaar meegaat, breng ik er tegenin. Twintig jaar is mij ook best. Maar Luigi werkt alleen met kastanjehout. Na wat gesteggel worden we het eens over de prijs, een forse rib uit m'n lijf maar wel een goede investering, hoop ik.
De volgende die op het toneel verschijnt, is de geometra. In Italië moet je voor iedere verbouwing een geometra in de arm nemen. Dat is een bouwkundig opzichter. De geometra gaat over de veiligheidsvoorschriften, vergunningen, de toestemming van de gemeente en al het andere papierwerk. Op een dag komt Luigi met Andrea Boazzo, de geometra, een rustige man met zachte bruine ogen.
Samen gaan ze het hele huis door, de zolder op, en nemen ze ook buiten alle maten op. Er wordt ook nog een ingenieur bij het hele project betrokken die de bouwkundige berekeningen maakt (kost ook weer 500 piek).
Niet veel later komt Boazzo van het gemeentehuis af bij mij langs met nog wat eisen. In Italië is sinds een jaar een "linea vita" verplicht, een metalen draad die boven het dak over de lengte van het huis wordt gespannen en wordt vastgezet en waaraan de arbeiders worden vastgehaakt tijdens het werk op het dak zodat ze er niet af kunnen vallen.
Daarnaast heb ik de handtekening van mijn buren nodig. Mijn huis zit aan één kant vast aan een huis dat al jaren leeg staat. Omdat mijn dak aan dat van de buren grenst, moeten ook die met mijn dak akkoord gaan. De eigenaar van het huis blijkt een druk bezet zakenman die iedere keer belooft te tekenen maar dat ook weer iedere keer vergeet. Omdat ik vind dat Boazzo er niet voldoende bovenop zit, begin ik de man zelf maar te bellen. Uiteindelijk tekent hij.
Luigi krijgt haast want hij ziet de winter naderen. Hij bestelt zijn kastanjehout en komt langs met de steigerbouwer. Ik leg de man uit dat ik de luiken open wil houden. Anders zit ik dadelijk in een pikdonker huis. Met steigers voor m'n ramen, kan ik natuurlijk die luiken niet meer openen. Ook bezweer ik de man voorzichtig te zijn met mijn planten.
De maandag daarna lijkt alles in een stroomversnelling te komen. Boazzo en Bertola presenteren de inmiddels door mij getekende papieren bij de gemeente en die geeft naar verwachting woensdag toestemming. "Dan laat ik donderdag de steigers plaatsen en dan beginnen we maandag, zegt Luigi.
Luigi is een beetje een ruwe bolster blanke pit figuur. Hij ziet er niet uit en het kan hem niks schelen ook. Zelfs nu loopt hij nog in een half korte broek rond. Tijdens de vele kopjes espresso die we drinken hoort hij me uit over m'n liefdesleven en vertelt hij dat hij voor de tweede keer getrouwd is met een vrouw die tien jaar ouder is dan hij. Hij en Valter weten trouwens ook nog een man voor mij. Laat die maar even zitten, zeg ik, eerst het dak!
Ik besluit maandag, als ze beginnen, weg te gaan naar mijn vrienden in Iseo want met een open dak en vier bouwvakkers rond m'n huis ben ik zelf liever weg.
En dan gaat het regenen. In de loop van de week zien de vooruitzichten er steeds beroerder uit.
Donderdagochtend zit ik al om 7 uur 's morgens op de steigerbouwers te wachten maar er komt geen mens opdagen.Ik bel Luigi. Hij verontschuldigt zich, het gaat niet door in verband met de verwachte regen maandag. Misschien dinsdag...
Ik besluit toch naar Iseo te gaan. Heb geen zin om hier iedere dag naar de lucht te gaan zitten kijken of het al droog wordt.
Luigi komt maandag de sleutel en het telecommando van het alarm ophalen. Het hout is binnen, zegt ie. Zodra het droog wordt, gaan ze beginnen.
Zou ik wel gaan? Vraagt ie. Het wordt noodweer. Hij heeft zij eigen vrouw laten beloven de deur niet uit te gaan. Maar als hij weg is, breng ik mijn poesjes naar het poezenvrouwtje Franca en rijd ik door het noodweer naar Iseo.
Over 14 dagen zie ik wel weer...
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.